Anatomie van de Honingbij

1. tong – 2. uitmonding van de speekselklieren (zie het spijsverteringssysteem) – 3. onderkaak – 4. bovenkaak – 5. bovenlip – 6. onderlip – 7. bovenkaakklier (boven mandibelklier) – 8. achterkaakklier (achter mandibelklier) – 9. keelgat – 10. voorste voedersapklier (hypopharyngeale klier) – 11. hersenen – 12. puntogen – 13. borstspeekselklier – 14. borstspieren (vliegspieren) – 15. vleugelgesp – 16. voorvleugel – 17. achtervleugel – 18. bloedsomloop – 19. ademhalingsopening (stigma) – 20. luchtzak – 21. middendarm – 22. hartkleppen – 23. dunne darm – 24. nasonovklier – 25. achterlijfsklieren – 26. endeldarm – 27. anus – 28. angelschede – 29. gifblaas – 30. borstelmembraam – 31. gifklieren – 32. kleine klier – 33. zaadblaas (spermatheca) – 34. wasklieren – 35. ventrale zenuw snoer – 36. pijp van honingventiel – 37. trechter van honingventiel – 38. ingang honingventiel – 39. honingmaag – 40. hoofdslagader – 41. slokdarm – 42. zenuwstelsel – 43. kaak – 44. pollenkam

Add Comment